Bepaalde ziektebeelden (diabetes, nierinsufficiëntie...) vergen een aangepaste voeding. Op deze pagina kan u meer informatie terugvinden over deze dieëten.
Er zijn verschillende stadia die de ernst van de chronische nierinsufficiëntie aanduiden.
Stadium 1 = milde vorm van nierinsufficiëntie
Stadium 5 = terminale nierinsufficiëntie
Iemand met chronische nierinsuff komt uiteindelijk aan de dialyse. Dialsyse is een niervervangende therapie.
Een diëtiste is noodzakelijk bij chronische nierinsufficiëntie om de patienten te begeleiden en om de klachten zoveel mogelijk in te perken.
In de eerste stadia is het dieet niet zo streng.
Het dieet bestaat vooral uit een zoutbeperking.
Nadien kan er eventueel een eiwitbeperking aan te pas komen. Eiwitten zitten vooral in vlees, kaas, melkproducten.
Indien men spreekt over een terminale nierinsufficiëntie en de patiënt gedialyseerd wordt, wordt het dieet iets strenger
Kalium wordt beperkt, zit vooral in groenten en fruit (is wateroplosbaar dus kalium vermindert indien men groenten kookt)
Fosfor wordt beperkt zit vooral in zuivelproducten
Zout wordt beperkt
Vocht wordt beperkt
Kalium, fosfor en natrium (zout) zijn mineralen die door de gezonde nier worden afgevoerd. Aangezien de nieren niet goed werken worden deze ook niet meer afgevoerd, ze worden opgestapeld in het lichaam.
Een te hoog kalium kan leiden tot hartproblemen zelfs infarcten met de dood tot gevolg.
Fosfor zorgt vooral voor jeuk, schilferige huid en botdemineralisatie
Om dit dieet praktisch uit te werken komt een dietiste goed van pas.